Abraham Duinamus, meester schoenmaker te Nieuwenhoorn, 30 jaar oud, verklaart ten verzoeke van Johan de Winter en Jan Kapitein, beiden mede aldaar, dat Jannetje Gillis, huisvrouw van Pieter Sanders Jongejan, hem op 30 april 1670 voor zijn huis is komen vragen waarom hij niet, zoals bijna het hele dorp, is komen getuigen en of hij het 'rescontre' dat had plaatsgevonden tussen tweede requirant en Korstiaan Goudswaard had gezien. Op zijn bevestigend antwoord riep Jannetje Goudswaard omstanders tot getuigen
Lijsbeth Jacobs, 29 jaar, verklaart dat zij op 18-4 ook getuige was van bedoeld treffen in haar eigen voorhuis, maar dat de requirant De Winter niet in de buurt van de aldaar staande bank is geweest.
Getuigen Adriaan Kopper, oud-burgemeester en vroedschap van Brielle, en seigneur Maximiliaan Kellenaar.

Pieter de Winter, raad en vroedschap van Brielle, verklaart ten verzoeke van de baron van Wassenaar van Obdam dat hij van 1654 tot 1667 als ontvanger van het schot en de verponding over Rockanje over 44 gemet 174 roeden land in Stuifakker nrs. 4, 5 en 6 van de eigenaar Arie Jans duinmaaier en na diens insolventie van zijn zoon Jan Arens Arkenbout het schot en de verponding heeft ontvangen. Getuigen Maarten Mantel en Herman Barends.

Mutueel testament van Pieter Rijke, burger van Brielle, en Jobje Jacobs, zijn huisvrouw. Bij kinderloos overlijden ontvangen de erfgenamen ab intestato van eerstoverledene samen f 100. Seclusie van de weeskamer. Getuigen Pieter Jacobs de Valk en Aart Laurens Buis, beiden burgers van Brielle.

Hendrik Hogendijk, landman te Oostvoorne, bekent aan Pieter Rijke, burger van Brielle, een schuld van f 1000. Borgen zijn Grietje Jans laatst weduwe van Andries Jans Lagerwoud en Jan Andries Lagerwoud, schepen van Rugge en Klein Oosterland, wonende onder Rugge. Getuigen Maarten Mantel, meester kleermaker en Herman Barends, meester schoenmaker, beiden burgers van Brielle.